Kapper
Als ik in de spiegel kijk weet ik het zeker, ik moet naar de kapper. Het is niet mijn favoriete bezigheid, zelfs het maken van de afspraak vind ik al lastig. Eigenlijk is er maar één kapster die ik aan mijn haar wil laten komen, maar ik vind het moeilijk om dat duidelijk tegen haar collega te zeggen. Ook nu doe ik dat niet.
Mijn haar wordt gewassen door een onervaren stagiair. Natuurlijk zeg ik dat ik goed zit en verbijt de pijntjes die horen bij een te laag afgestelde wasbak. Ik verheug me op een ontspannende hoofdmassage, maar ook dat heeft hij nog niet helemaal in de vingers. In plaats van rustig ronddraaiende vingertoppen, die hier en daar wat extra druk geven, voel ik zijn puntige vingers in mijn hoofd prikken. Hij spoelt mijn haar met koud water uit, waarna hij de handdoek zo strak om mijn hoofd bindt, dat het lijkt alsof er een slagaderlijke bloeding gestopt moet worden.
Ik mag oversteken naar de kappersstoel. Als ik zit, verschijnt de baas achter me. Niet mijn favoriet, maar hij durft in ieder geval een mes te hanteren. Ik wil dat mijn haar gesneden wordt omdat het dan langer goed valt, maar lang niet iedereen met een kappersdiploma durft dat. Ik geef graag toe als er gezegd wordt, dat het niet gesneden kan worden. Wie geen mes durft te hanteren, moet dat zeker niet op mijn hoofd uit gaan proberen. De baas durft wel, hij pakt zelfs een nieuw mesje. Gelukkig, alleen bij de gedachte aan een bot mes, springen de tranen al in mijn ogen.
“Een stukje eraf en heel veel ertussenuit”, zeg ik, terwijl ik mijn bril weg leg. Vaag zie ik in de spiegel dat het stuk eraf een stukkie groter is dan ik had gewild. Wat eraf is, is eraf, dus ik zeg er maar niets van. Als hij klaar is kan ik het resultaat via de opgehouden spiegel beoordelen. Echt kritisch kijken doe ik nooit, ja hoor prima zo. Mijn haar wordt dit keer niet droog geblazen, hij heeft zeker haast om te gaan eten. Vervelend, nu zal ik de hele dag losse haren tegenkomen. Ik zeg niets en haast me naar de kassa.
Opgelucht zit ik even later weer op mijn fiets. De komende zes weken mag ik weer gewoon mijn assertieve zelf zijn!

Plaats een reactie